top of page

Aangifte en naamgeving

 

Aangifte van geboorte moet altijd worden gedaan in de gemeente waar de baby geboren is en niet in de gemeente waar de ouders wonen. Alleen als een baby levend is geboren, is vervoerd naar een andere gemeente en daar is overleden, volgt er aangifte van overlijden in de gemeente van overlijden. Aangifte kan worden gedaan door de moeder, de vader of door de uitvaartbegeleider. Ook elke andere aanwezige bij de geboorte heeft het recht de aangifte te verzorgen. Aangifte doen kost niets. Gemeenten rekenen wel kosten (leges) voor een afschrift of uittreksel van akte(s). Aangifte kan bij sommige gemeentes digitaal, bij andere moet dit op het gemeentehuis of kan het in het ziekenhuis.

Wij adviseren ouders, indien zij zelf aangifte willen doen, om bij de gemeente van te voren een afspraak te maken. In veel gemeenten is het loket voor de geboorteaangifte hetzelfde als dat voor overlijden. Confrontatie met verheugde ouders die geboorteaangifte doen of een ambtenaar die de situatie lastig vindt, wordt liever zo veel mogelijk vermeden.

Wanneer aangifte doen?
Aangifte van overlijden moet volgens de wet binnen 6 werkdagen na de dag van overlijden en voor de kinderuitvaart. De gemeente heeft hiervoor het zogenaamde A-formulier nodig. De verklaring van overlijden, en het B-formulier, het doodsoorzakenformulier, dat de arts na overlijden heeft ingevuld, moet worden opgestuurd. Het B-formulier stuurt de gemeente (ongezien) door naar het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bij de aangifte wordt een overlijdensakte opgemaakt en geeft de gemeente toestemming met het zogenaamde ‘verlof voor het begraven of cremeren’. Dat verlof heeft een begraafplaats of crematorium nodig om de baby te begraven of cremeren.

bottom of page